Skip to main content

Wetenswaardigheden over het Duitse woord 'Leute'

Wetenswaardigheden over het Duitse woord 'Leute'

Veel Nederlanders die Duits spreken, vertalen niet alleen uit het Nederlands, maar ook uit het Engels. Dat komt doordat men taalregels die bij een bepaalde taal horen ten onrechte en veelal onbewust toepast op een andere taal. Een van de meest voorkomende vertaalfouten die ik in mijn lessen tegenkom, heeft te maken met het Engelse woord ‘people’.

Als je in het Duits wilt zeggen: “Duitsers houden van auto’s” of

“De Duitsers die ik ken, spreken over het algemeen nauwelijks Engels.”

zou je letterlijk vertalen: “Deutsche lieben Autos” of

“Die Deutschen, die ich kenne, sprechen im Allgemeinen kaum Englisch."

Helaas maakt men onbewust de omweg via het Engels en vertaalt: “German people love cars.” Daaruit ontstaat: “Deutsche Leute lieben Autos.” en  “Die deutschen Leute, die ich kenne, sprechen im Allgemeinen kaum Englisch."

Leute is een veel voorkomende informele term voor ‘mensen’ in het algemeen. Het is een woord dat alleen als meervoud bestaat. (Het enkelvoud van Leute is die/eine Person.) Je gebruikt het om te spreken over mensen in informele, algemene zin:

  • Leute von heute (mensen van vandaag),
  • die Leute, die ich kenne (de mensen die ik ken).

In het dagelijks spraakgebruik gebruikt men Leute soms in plaats van Menschen:

die Leute/Menschen in meiner Stadt (de mensen in mijn stad). Maar gebruik nooit Leute of Menschen na een bijvoeglijk naamwoord van de nationaliteit. Een Duitser zou nooit ‘die deutschen Leute’ zeggen voor ‘het Duitse volk’! In zulke gevallen zeg je gewoon ‘die Deutschen’ of ‘das deutsche Volk’.

Nog een paar voorbeelden voor het gebruik van ‘Leute’: 

 
  • Es waren etwa 20 Leute da.
 
  • Er waren ongeveer 20 mensen.
 
 
  • Hört mal her, Leute!
 
  • Luister eens!
  • Luister jongens!
 
 
  • Die jungen Leute wohnen (das junge Paar wohnt) im eigenen Haus.
 
  • De jongelui wonen op zichzelf
 
 
  • Auf Leute wie Sie haben wir gerade gewartet. (ironisch)
 
  • Op types als u hebben we nu zitten wachten.
 
 
  • Mit Leuten umzugehen wissen.
 
  • Goed met mensen kunnen omgaan.
 
 
  • Du solltest mal wieder unter die Leute gehen.
 
  • Je moet weer eens onder de mensen komen.
 
 
  • Etwas unter die Leute bringen.
 
  • Ervoor zorgen dat iets bekend wordt.
 
 
  • Wir müssen noch ein paar Leute zusammentrommeln um (eine Fußballmannschaft aufzustellen.).
 
  • We moeten nog een paar mensen optrommelen…
 
 
  • Der Betrieb braucht neue, fähige Leute.
 
  • Het bedrijf heeft nieuwe, bekwame medewerkers nodig.
 
 
  • Wir haben nur wenige gute Leute in der Mannschaft.
 
  • Er zijn maar weinig goede spelers in de ploeg.
 
 
  • Der Chef hat ein gutes Verhältnis zu seinen Leuten.
 
  • De baas heeft een goede relatie met zijn medewerkers.
 
 
  • Junge, alte, erwachsene, verheiratete,  kluge, einflussreiche, ordentliche, fremde, vornehme, nette, viele, manche Leute.
 
  • Jonge, oude, volwassen, getrouwde, slimme, invloedrijke, ordentelijke, vreemde, chique, aardige, veel, sommige mensen.
 

Blijf op de hoogte blijven van onze blogs

Geschreven door Anne Kewitsch, oprichter en specialist in maatwerktrainingen Duits