De 5 voorzetsels die u nodig heeft als u in het Duits wilt zeggen waar u naar toe gaat.
Wohin fahren Sie? Ich fahre nach Deutschland, zu meinen Freunden, in die Stadt und später aufs Land und auch noch an den Chiemsee.
Het éne kleine woord 'naar' wordt in het Duits met verschillende woorden uitgedrukt. Weet u wanneer u welk voorzetsel moet gebruiken?
Ik geef u
- een overzicht van de Duitse voorzetsels, situaties waarop zij worden toegepast en voorbeelden;
- een lijst met strategieën waarmee u met dit overzicht en de zinnen zelf actief aan de slag kunt gaan.
Wohin gehen, wohin fahren, wohin fliegen Sie?
NACH |
||
Länder (ohne Artikel) |
Ich fahre |
nach Deutschland/nach Österreich. |
Städte. |
Ich fahre |
nach Berlin/ nach Zürich/ nach Wien |
Kontinente |
Ich fliege |
nach Afrika/ nach Australien |
|
||
IN |
||
Länder (mit Artikel) |
Ich fahre |
in die Schweiz/ in den Iran |
Ich fliege |
in die USA |
|
Hier finden Sie eine Liste aller Ländernamen mit Artikel. |
||
In ein Gebäude |
Ich gehe |
ins Büro. |
Ich gehe |
ins Haus. |
|
In einen Raum oder Zimmer |
Ich gehe |
in den Seminarraum. |
AUF |
||
Öffentliche Plätze |
Ich gehe |
auf den Tennisplatz. |
Öffentliche Gebäude |
Ich gehe |
auf die Bank. |
Ländliche Region |
Wir fahren |
aufs Land. |
ZU |
||
Personen |
Ich fahre |
zu einem Kunden. |
Betriebe |
Ich fahre |
zu Merzedes. |
Aktivität |
Ich gehe |
zum Deutschkurs. |
An |
||
Wasser oder Gewässer |
Wir fahren Wir fahren |
ans Meer. an die Ostsee. |
Tips wat u met dit overzicht kunt doen:
- Print het overzicht en hang of leg hem op een goed zichtbar: op de koelkast, op het raam, op uw bureau... Kijk er elke dag naar.
- Maak er een mindmap van en hang deze op.
- Spreek de zinnen die ik heb opgeschreven. Herhaal deze zinnen elke dag.
- Neem de zinnen op. B.v. op uw smartphone. Luister er herhaaldelijk naar, spreek mee. B.v. als u onderweg bent.
- Maak zelf zinnen.
- Werk met kaarten zoals hieronder afgebeeld: schrijf de voor u relevante plekken of plaatsen op. U neemt een kaart, leest het woord dat op de voorkant staat en maakt er een zin mee. U kontroleert uzelf met de zin die u op de achterkant hebt opgeschreven. Om te beginnen kunt u dit uiteraard ook met de voorbeeldzinnen doen.
Voorkant
|
Achterkant |
Kunde
|
Ich fahre zu einem Kunden. |
Kino
|
Ich gehe ins Kino. |
Meer
|
Wir fahren ans Meer. |
Blijf op de hoogte blijven van onze blogs
Geschreven door Anne Kewitsch, oprichter en specialist in maatwerktrainingen Duits